Zoeken in honden informatie

Boxer

Boxer


Algemene informatie

De boxer is waakhond die komt uit Duitsland. Met zijn enorme, vierkante bek is hij in staat iedere soort indringer aan te pakken. Op een tentoonstelling, zal de boxer op zijn moed en karakter beoordeeld worden. De hond mag niet terugdeinzen, maar moet naar voren springen.
De volwassen boxer behoudt veel van de levendigheid die hij als jong dier heeft.

Historie

De verre voorouders van de boxer, stammen af van de Tibetdog. Deze Tibetdog bestond al duizenden jaren. Vanuit het oude Griekenland werden zei ingevoerd naar het Romeinse keizerrijk. Daar werden ze gebruikt in het leger. De oren en staart werden toen gecoupeerd, zodat de vijand geen houvast op de hond kon krijgen. Toen op een gegeven moment geheel West Europa was veroverd, waren de honden niet meer nodig voor het leger.
Daardoor werd er een andere taak voor de hond gezocht. De boxer werd toen ingezet als waak en verdedigingshond, en als veedrijver. Verder werd de hond gebruikt voor de jacht op beren en everzwijnen. Deze honden werden toen de Brabantse bullenbijters genoemd. Uit de Brabantse bullebijter en de Engelse buldog, is de boxer ontstaan.
Het is niet precies bekend, hoe de naam Boxer is ontstaan. Men vermoedt dat de naam voortkomt de bewegingen van de hond als hij speelt. Het is dan net een vuistvechter die in de ring staat, zoals de boxer met zijn voorpoten beweegt.


boxer verzorging
Boxer verzorging

Algemeen uiterlijk

De boxer heeft en krachtige en gedrongen en gespierde bouw, met een sterk beendergestel. De Reu wordt 57-63 cm en 35-39 kg. En de teven 53-59 cm en 28-32 kg. Dit is de Duitse standaard, in Amerika zijn de boxers 65 cm op de tentoonstellingen.
De kop van de hond moet goede afmetingen hebben in verhouding tot de rest van het lichaam. Verder een brede en krachtige snuit, de kop mag geen vouwen hebben. De onderkaak moet uit steken, de hond is een onderbijter. De onderkaak steekt boven de bovenkaak uit.
Donker, glimmende bruine ogen heeft de  boxer, met een brede zwarte neus. De oren bevinden zich hoog op de kop, en vallen in een plooi langs de kop. De hond heeft een lange staart, die hoog is aangezet.
Vroeger werden de oren en staart gecoupeerd van de boxer, maar dit mag sinds september 2001 niet meer.


boxer vacht
Boxer vacht

Vacht

De vacht van de boxer is kort en glanzend. Ze zijn geel, bruin of getijgerd. Bij de getijgerde boxers, moeten de strepen goed afsteken van de ondergrond.
Enkele witte vlekken zijn toegestaan, maar ze mogen niet meer dan een derde van het lichaam bedekken.

Pups

Men kan natuurlijk een boxerpup gaan zoeken via een boxer kennel. Probeer na te gaan of de boxerkennel die u op het oog heeft, goede resultaten heeft bereikt en op een verantwoord manier boxerpups fokt. De boxer is als pup natuurlijk schattig om te zien. Maar deze pup groeit snel uit tot een volwassen hond. De boxer is ook een grote kindervriend. Maar de hond zal consequent opgevoed moeten worden. De boxer heeft een eigen wil, en zal zeker gaan kijken hoever hij daarmee kan gaan.


boxer pups
Boxer pups

Gebruik

De boxer is altijd al bestemd geweest voor het gebruik als waak en verdedigingshond. Dit komt door zijn onverzettelijke moed. Hij zal altijd zijn baas verdedigen.
Er zijn ook veel hondenbezitters, die met hun boxer de hondensport bedrijven.

Duitse herdershond

Duitse herdershond


Algehele informatie

Lang geleden waren de Duitse herdershonden, de steun en toe verlaat van de herders. Ze beschermden de kuddes tegen roofdieren. De belangrijkste taak van deze herdershonden was het bewaken van de kudde. Als een wolf de kudde naderde, moest de herdershond, de wolf verjagen.
De Duitse herdershonden in die tijd, waren erg goed in die taak. Ze waren waakzaam, onverschrokken, onvermoeibaar en bereid tot vechten. Hij is terughoudend tegenover vreemden, maar trouw aan zijn baas. De kop van een Duitse herder heeft een levendige en trouwe uitdrukking. Het dier is voortdurend waakzaam en onbevreesd.
Hij wordt veel gebruikt als politiehond, reddingshond, waakhond en blindengeleidehond. De Duitse herder is van zeer oude afkomst: hij stamt uit de tijd van de eerste Europese herdershonden.
In de vorige eeuw was de Duitse herder zo populair, dat het ras in karakter en gezondheid achteruit ging door het onzorgvuldig fokken. Maar door de strenge eisen van de rasvereniging, wat betreft karakter, uiterlijk en gezondheid, heeft dit hondenras weer een goed niveau bereikt.



duitse herder verzorging
Duitse Herder verzorging

 Historie

In Engeland werd de eerste Elzasser-hond ( de Duitse herdershond ), door een veteraan uit de eerste wereldoorlog ingevoerd. De hond werd Elzasser- wolfshond genoemd, afgekort Elzasser. Zoals bij veel hondenrassen, is de uiterlijk van de hond in loop van de eeuwen gewijzigd. Onze voorouders interesseerden zich niet zo veel voor het uiterlijk van hun honden. De dieren moesten geschikt zijn voor het werk.
In 1899 werd de 'Vereniging voor de Duitse Herdershond"opgericht, waarvan Herr Mayer voorzitter was. Die werd later opgevolgd door Ritmeester Von Stephanitz, een van de beste kenners van dit ras.
De oorspronkelijke honden uit de Elzas, waren grote honden met een zware vacht en hangende oren. De oude rassen uit Frankenland en Thuringen waren kleiner, wolfsgrijs en met staande oren. Door verschillende fokprogramma's met deze drie typen honden, kon er zowel een mooie als intelligente hond ontstaan.
Hierdoor zag Von Stephanitz zijn droom uitkomen, zijn geliefde Duitse herder.



zwarte duitse herder
 zwarte duitse herder


 Algemeen uiterlijk

De Duitse herdershond is een middelgroot, goed gespierde en krachtige hond. De hond komt van oorsprong uit Duitsland. De reu heeft een schofthoogte van 60-65 cm, en een gewicht van 30 tot 40 kg. De teef bereikt een schofthoogte van 55 -60 m, en worden 22 tot 32 kg.
Zijn kop heeft een levendige en trouwe uitdrukking, en is wigvormig. De oren zijn middelgroot, meer breed dan lang, breed aan de basis en spits toelopend. Amandelvormig zijn de ogen, die donker van kleur moeten zijn en niet mogen uitpuilen. Deze kop staat op een sterk, lang en gespierde nek. De Duitse herder heeft een lange staart, die reikt tot de hak.
Verder heeft de Duitse herder een opmerkelijke uithoudingsvermogen, zijn gang is  soepel en harmonieus. Hij heeft een sterke bek, met een goed ontwikkeld gebit, met 42 tanden.
De hond heeft een schaargebit, de snijtanden van de bovenkaak valt als een schaar over de onderkaak heen. De neus van de Duitse herder moet altijd zwart zijn.


verschillende kleuren duitse herders
Verschillende kleuren Duitse herders

Vacht

Elke willekeurige kleur kan de Duitse herder hebben, behalve wit is niet toegelaten. De meest voorkomende kleuren zijn: zwartbruin, zandkleurig, zwart-goudkleurig en wolfsgrauw. Ook zijn er Duitse herders die compleet zwart zijn. Als de hond kleine witte onopvallende borstvlekken heeft, is dit toegestaan, maar niet gewenst.
De kleur wit wordt niet erkend bij de Duitse herdershonden. Maar in Canada en Amerika werd de witte herder gefokt, de Amerikaanse Canadese herder. De lichaamsbouw en schofthoogte is hetzelfde als van de Duitse herder. De hoeking van de achterbenen zijn niet zo extreem.
Stokhaar; hebben ongeveer 6 cm lange dekharen met ondervacht, de bovenvacht is hard en goed gesloten. Deze honden hebben een wat vollere broek en staart. Er is vrijwel geen klitvorming, echter in de verharingsperiode veel haaroverlast.
Langhaar; lang stokhaar daarvan zijn de dekharen langer dan 6 cm, tussen het dekhaar zit de ondervacht. In de verharingsperiode is de vacht veel verzorging nodig, anders ontstaan er klitten.


duitse herder pups
Duitse Herder pups

Pups

Voor een hond geldt een draagtijd van 57-72 dagen, gemiddeld gaat men uit van 62 dagen. Als de pups geboren zijn, kunnen ze de fokker na de zevende week verlaten. Een goede fokker zal de Duitse herderpups niet eerder weg laten gaan.
Dan breekt er voor de nieuwe eigenaar van de pup een drukke tijd aan. De pup moet wennen aan de nieuwe omgeving, zindelijk gemaakt worden, wennen aan het dragen van een halsbandje. Zeker in het begin moet men de pup kleine stukjes lopen, met het uitlaten. Met kalmte, duidelijk en liefde voor de hond zal dit geen probleem zijn. Aangezien de Duitse herder een slimme en leergierige hond is.
De primaire socialisatiefase ligt tussen de derde en twaalfde week. De eerste stuk gebeurt bij de fokker, het laatste stukje bij de eigenaar. Na de twaalfde week komt de secundaire socialisatiefase. Deze fases zijn zeer belangrijk voor de vorming en gedrag van de hond.
Tussen de vijfde en zesde maand komt de pubertijd, zijn ze zogenaamd vergeten wat ze geleerd hebben. Maar met een stukje geduld en duidelijkheid, pakt de leergierige hond de dingen zo weer op.


Gezondheid

Helaas komen er bij deze hondenras ook ziektes voor. Waaronder heupdysplasie, in de volksmond vaak HD genoemd. Bepaalde rassen zijn gevoelig hiervoor, waaronder de Berner Senner, Golden Retriever en de Duitse Herder.
Heupdysplasie zit in de bekken waarvan de heupkom niet goed in past, een ontwikkelingsstoornis. In de regel is de heupkom te ondiep. Dit heeft tot het gevolg dat de hond moeilijk en stram gaat bewegen. Tevens heeft het vervroegde slijtage ( atrose ) van het kraakbeen in de gewrichten tot gevolg. Ten dele is HD erfelijk, maar ook kan de voeding in de beginjaren een rol spelen. Door de pijn die de hond heeft, wordt hij minder actief. Dit heeft als gevolg dat de ontwikkeling van de spiermassa rond de gewrichten achter blijft.


Duitse herder hulphond
Duitse herder hulphond

Gebruik

Om de hond te gebruiken als waak en verdedigingshond, moet de hond over moed, strijdlust en hardheid  bezitten. Verder moet de hond wat betreft zijn karakter zelfverzekerd, evenwichtig en goedaardig zijn.
De Duitse herder is een van de populairste hondenrassen, die zeer goed als familiehond kan dienen. De Duitse herder houdt van werken, en laat zich makkelijk voor ieder doel africhten.
Er zijn dan ook vele verschillende soorten hondenverenigingen, waar men met de Duitse herder terecht kan.






Oudduitse herdershond

Algehele informatie

De Oudduitse herder is ontstaan uit de Duitse herdershond. De herder is een mooi en sterk gebouwde herder. Het verschil tussen de Oudduitse herder en Duitse herdershond is het verschil in lengte van de vacht.
Verder loopt de ruglijn van de Oudduitse herder recht, terwijl die van de Duitse herder schuin afloopt. De hond is intelligent, moedig en zelfverzekerd. Men kan de Oudduitse herder inzetten als politiehond, blindengeleidehond, reddingshond, hulphond of als familiehond.


oudduitse herdershond
Oudduitse herder

Algemeen uiterlijk

De Oudduitse herder is middelgroot, stevige gespierde en krachtige hond met een brede en sterke rug. De reu bereikt een schofthoogte van 60 tot 65 cm en wordt 30-40 kg. En de teef 55 tot 60 cm en wordt 22-32 kg.
De herder heeft een wigvormige hoofd, met amandelvormige ogen. Die niet mogen uitpuilen, en donker of lichtbruin van kleur zijn. De oudduitse herder heeft sterk ontwikkelde kaken, waar 42 tanden in staan. De hond heeft een schaargebit. Verder heeft de herder een zwarte neus, en is de bovenkant van de snuit recht. De lippen zijn donker van kleur en sluitend. De nek is sterk en gespierd, zonder halskwab. De staart is gepluimd en komt voorbij de hakpees.

Vacht

Ook bij de Oudduitse herder is de kleur wit niet gewenst. De herder komt voor in de kleuren zwart met roodbruin, goudbruin tot lichtgrijs. Geheel zwart, geheel grijs, grijs met donkergrijs met wolkjesmotief, zwarte zadel en masker.
De Oudduitse herder heeft een vacht die langharig is, middelgrof haar met een wollige ondervacht.


pups oudduitse herder
pups oudduitse herder

Golden Retriever

Golden Retriever


Algehele informatie

De golden retriever is een hond, die graag voor zijn baas werkt. Het is een hond die weinig blaft, en aanhankelijk is naar het gehele gezin. Hij wordt niet graag alleen gelaten. Ook al zijn ze erg zelfverzekerd, ze zijn erg gevoelig voor harde woorden. Verder geldt het ook voor de golden retriever, dat ze consequent opgevoed moeten worden. Het zijn goedmoedige honden, en agressie is uit den boze.
De hond leert snel, en wat de hond heeft geleerd blijft goed hangen in zijn geheugen. Een golden retriever is dan ook een makkelijke hond om op te voeden.
Kort samen gevat is de golden retriever een intelligente, vriendelijke, goedaardige, zelfverzekerde en evenwichtige hond.

Historie

Omstreeks 1800 zijn de golden retrievers ontwikkeld in Groot Brittannië. Men vermoedt dat de golden retriever is ontstaan uit de Tweed water spaniël, Newfoundlander, de Ierse setter en nog een paar water spaniëls.
Op een landgoed in Schotland heeft Heer Tweedmouth, de retriever ontwikkeld, zoals de golden retriever nu is. Hij wilde een hond die loyaal, vriendelijk, maar toch levendig en energiek zou zijn. Verder moest de hond graag in het water willen gaan. De naam Golden Retriever werd pas in 1920 aan de hond gegeven.




golden retriever verzorging
Golden retriever verzorging

Algemeen uiterlijk

De golden retriever is een stevig gebouwde hond. De reu bereikt een schofthoogte van 56-61 cm, het teefje 51-56 cm. Het gewicht van de hond zit tussen de 27 en 34 kilo. Verder hebben ze donkerbruine ogen met donkere oogranden. Een zwarte neus heeft de voorkeur voor de golden retriever. De staart is lang genoeg om de hak te raken, wordt op rughoogte gedragen. In de staart mag geen krul aan het eind zitten.
Het hoofd van de retriever moet verder in balans zijn. Fijn besneden met een brede, maar niet te grove schedel. De oren zijn van matige grootte, en zijn op gelijke hoogte geplaatst met de ogen.
De hond heeft verder sterke kaken, met een regelmatige en volledig schaargebit.
Het algemeen beeld van de retriever is dat de hond evenredig gebouwde hond is , met een krachtige en levendige uitstraling.

Vacht

De kleuren rood en mahonie zijn niet toegestaan. Golden retriever komen voor in de tinten van goud tot roomkleur. Alleen een paar witte haren op de borst wordt toegestaan. De hond heeft een halflange vlak of golvende vacht. De vacht is dicht en waterafstotend.

 


golden retriever met pups
golden retriever met pups

Pups

Als u een golden retrieverpup in huis wilt halen, is het belangrijk om naar een goede fokker op zoek te gaan. De golden retriever is een populaire hond. En zoveel te populairder de hond is, zoveel te groter de kans aanwezig is, dat men een overfokte hond krijgt in het ras. Hierdoor komen er veel agressie gestoorde honden voor in dit ras. Vooral bij de golden retriever is het belangrijk dat de fokker zich aan de goede fokrichtlijnen houdt.
Voor een hond geldt een draagtijd van 57-72 dagen, gemiddeld gaat men uit van 62 dagen. Als de pups geboren zijn, kunnen ze de fokker na de zevende week verlaten. Een goede fokker zal de golden retriever pups niet eerder weg laten gaan.
Het is een hele verantwoording om een pup op te voeden. Laat de pup de eerste dag alleen u huis en tuin verkennen, dit is meer dan genoeg voor de nieuwe aanwinst. Ook al is alles nieuw, u zult wel direct duidelijk moeten zijn naar de pup.

Gezondheid

Zoals bij de meeste hondenrassen komen er bij de golden retriever helaas ook ziektes voor. De golden retriever kan last krijgen van huidaandoeningen, zoals atopische dermatitis. Dit is een allergische aandoening, ontsteking van de huid. Verder zijn ze bekend met oogafwijkingen, zoals grauwe staar.
Tevens kunnen ze last van de gewrichten krijgen, elleboog en heupdysplasie. Bij deze gewrichtsproblemen sluiten de gewrichtsonderdelen neit goed op elkaar aan. Dit geeft weer problemen met bewegen en veroorzaakt pijn.
De bovengenoemde oog en gewrichtsafwijking zijn erfelijk. Het is dus belangrijk dat de reu en teef waar mee gefokt wordt, dit niet hebben.



Gebruik

De golden retriever is hond die houdt van zwemmen en apporteren. Vooral een combinatie van beide, daar maakt men de hond zeer gelukkig mee. De hond heeft een groot uithoudingsvermogen. Het is een echte apporteerhond, die graag "het prooi "uit het water apporteert. Door zijn dikke zachte lippen, beschadigt hij het "het prooi "niet.
De golden retriever is van origine een jachthond, maar kan ook zeer uitstekend gebruikt worden voor verschillende sporten. Het is ook een zeer geliefd ras om op te leiden als blindengeleidehond en hulphond.

Mechelse herder

Mechelse herder

Algehele informatie

De Mechelse herder, ook wel Mechelaar genoemd, komt uit de buurt van Kempen. De hond werd vroeger
gebruikt voor het drijven van vee. Tegenwoordig worden ze vaak gebruikt als politiehond, lawinehond en hulphond. Hier is de mechelse herder zeer geschikt voor, de hond is altijd waakzaam, oplettend en beschermend.
De Mechelse herder kan prima functioneren als gezinshond, hij is trouw en aanhankelijk. De Mechelaar is een aanhankelijke hond, hij hecht zich sterk aan zijn baas. Verder gaat de hond goed om met de eigen kinderen van het gezin. Maar de hond moet direct in het begin van zijn leven een goede socialisatie hebben. De opvoeding geeft over het algemeen geen problemen, als je het maar consequent en in alle rust doet. De Mechelse herder is leergierig en een snelle leerling.

mechelse herder verzorging
Mechelse herder verzorging

 Historie

De Mechelse herder werd ook wel de kortharige scheper genoemd. De hond kwam veel voor in de Antwerpse Kempen. In het gebied naar de Nederlanse grens toe en verder in Noord Brabant.
In 1898 werd " Mechelse Club tot Verbetering van den Kortharigen Schaaphond"opgericht. Men beschouwt professor Reul als grondlegger van de Belgische herdershond.
Voor de meeste mensen was het in die tijd niet van belang hoe de hond er uit zag. De kleur interesseerde hun ook niet. Ze vonden de werklust en temperament van de herder belangrijk.
De Mechelse herder is vroeger ook nog gebruikt om tabak te smokkelen over de Belgische-Franse grens.


 Algemeen Uiterlijk

De schofthoogte van de reu is 60-66cm, en het gewicht is 25-30 kg. De teef wordt 56-62 cm, en 20-25 kg zwaar. Deze hond is fors zonder zwaar te zijn. De Mechelaar heeft geen brede maar diepe en lage borst. Zijn hoofd wordt fier gedragen, waar matig groot bruine ogen is staan die licht amandelvormig zijn. Boven op zijn hoofd heeft de hond driehoekige oren, die strak rechtop gedragen worden. De Mechelse herder heeft altijd een zwarte masker, deze masker moet de boven en onderlippen, mondhoeken en oogleden bedekken.
De Mechelse herder heeft een schaargebit, de snijtanden van de de bovenkaak glijden over de onderkaak heen. Een tanggebit is ook toegestaan, door de schaapherders en veedrijvers wordt hieraan de voorkeur gegeven. In de goed ontwikkelde kaakbeenderen staan witte sterke tanden die stevig zijn ingeplant.
De staart van deze hond is breed bij de aanzet, en middelmatig van lengte.

mechelse herder vacht
mechelse herder vacht

 Vacht

De Mechelse herder heeft een vacht die niet veel onderhoud vergt. Als de vacht van de Mechelaar wekelijks doorborstelt of kamt, is voldoende. Behalve in de ruiperiode, dan moet de hond dagelijks gekamd worden. Met een behulp van een herderharkje, kan men de losse onderwol verwijderen.
Er zit nogal verschil in de lengte en ligging van de beharing van deze honden. Bij alle verschillende types moet de beharing altijd overvloedig zijn, goed aansluiten en een goede structuur vormen.
De kleur van de Mechelse herder is uitsluiten zwart-gevlamd vaalros ( fauve-charbonne ). De term zwart-gevlamd, houdt in in dat de haren zwarte uiteinden hebben, waardoor de grondkleur wordt beschaduwd.

mechelse herder pups
mechelse herder pups

Pups

De eerste 12 weken zijn zeer belangrijk voor de pup, de socialisatie periode. In dit stukje van het leven van de hond wordt gedrag bepaald wat de hond gaat vertonen. Als de hond bij de fokker geboren wordt, vervult de fokker een belangrijke schakel in het proces. Als de fokker en de nieuwe eigenaar hun werk goed doen, krijgt men een evenwichtige hond zonder gedragsproblemen.
Beweging is zeer belangrijk voor een pup, het bevordert de ontwikkeling van de spieren. Verder zorgt het voor een gezonde botten en gewrichtsstelsel. Men kan als stelregel aanhouden, dat een wandeling van de pup niet langer mag duren dan de leeftijd in weken. Is de pup 10 weken oud, dan niet langer wandelen dan 10 minuten per keer.


Gezondheid

Bij de Mechelse herder komen weinig erfelijke aandoeningen voor. Heupdysplasie ( HD ) en elleboogdysplasie ( ED ) komt maar zelden voor bij deze hondenras. Heel af en toe komt er maagcarinoom ( maagkanker ) voor bij deze hond. Het is wel belangrijk om de Mechelse herder slank te houden. Dit vanwege het feit dat overgewicht gezondheidsproblemen kan veroorzaken.
De rasvereniging verplicht fokkers om de ouderdieren te laten testen op heupdysplasie. Met dieren die duidelijk HD hebben, mag niet gefokt worden.



Gebruik

De Mechelse herder kan in principe voor alle doeleinden gebruikt worden. Ze zijn geschikt voor gehoorzaamheidstrainingen, voor de sport, speurhond, reddingshond. Voor de africhting zijn ze ook zeer geschikt voor. Dit vanwege hun werklust en hardheid die ze bezitten. Het zijn actieve, speelse en sportieve honden, die veel beweging nodig zijn.
Het zijn echte werkhonden, die niet alleen fysieke maar ook geestelijke uitdaging nodig hebben. Dat wil zeggen, dat je er voor moet zorgen dat ze moeten nadenken. Wanneer de Mechelse herder te weinig beweging krijgt, kan er probleemgedrag ontwikkeld worden.

Labrador Retrievers

Labrador Retrievers

Algehele informatie

Er wordt aangenomen dat ze aan het eind van de 18e eeuw, door vissers vanuit Newfoundland gebracht naar zijn Engeland.
In de 18e eeuw ontwikkelde zich in Newfoundland en ras, waarvan de de grote langharige honden gebruikt werden voor de slee. De kleinere honden werden door de vissers gebruikt bij hun werk. De Canadese vissers gebruikten deze hond bij het vissen, zij apporteerden de vissen die door de netten glipten.
De grote langharige honden, werden Newfoundlander genoemd. De kleinere Labrador of St. John's hond.
Lord Malmesbury en kolonel Peter Hawker, kruisten de meegebrachte honden met hun eigen Engelse jachthonden. Nu kon de hond zowel door vissers als jagers gebruikt worden.

labrador verzorging
Labrador verzorging

De ontwikkeling in Nederland

Vanaf 1956 ging men in Nederland met de geïmporteerde honden fokken. In 1964 werd de Nerderlandse Labrador Vereniging opgericht. In de jaren tachtig en negentig bleef de populariteit van dit hondenras toenemen. Ook het aantal mensen dat met hun labrador ging fokken nam toe.
In het begin van de jaren tachtig nam de belangstelling van de werkeigenschap af, de interesse ging toen meer naar het tentoonstellingsgebeuren.

Algemeen uiterlijk

De Labrador is een krachtige hond, met een korte lichaam en stevige poten. Verder heeft dit hondenras een brede, maar geen dikke kop met een vierkante snuit. Hij heeft een stevige en krachtige nek en een brede borstkas. De reu heeft een schofthoogte van 55-58 cm, en wordt 35-38 kg. De teef heeft een schofthoogte van 54-56 cm, en wordt 25-30 kg.
Tussen zijn tenen heeft de Labrador Retriever zwemvliezen. Vandaar dat de hond een zeer goede zwemmer is. Erg kenmerkend voor de Labrador is de brede "otterstaart", die erg dik is bij de aanzet en dan geleidelijk toeloopt naar een punt. De staart mag vrolijk gedragen worden, maar niet over de rug krullen.

Vacht

De Labrador komt in drie kleuren voor, zwart, geel en lever/chocolakleurig. Deze kleur is altijd egaal, een klein wit vlekje op de borst wordt toegestaan. De vacht behoort kort en vol te zijn, met een dikke ondervacht. Kenmerkend is zijn "otterstaart", die middellang en volbehaard is. De vacht van de labrador retriever voelt hard aan en heeft een waterbestendige ondervacht.


pup labrador
Pups labrador

Pups

Voor een hond geldt een draagtijd van 57-72 dagen, gemiddeld gaat men uit van 62 dagen. Als de pups geboren zijn, kunnen ze de fokker na de zevende week verlaten. Een goede fokker zal de labradorpups niet eerder weg laten gaan.
Het is een hele verantwoording om een pup op te voeden. Laat de pup de eerste dag alleen u huis en tuin verkennen, dit is meer dan genoeg voor de nieuwe aanwinst. Ook al is alles nieuw, u zult wel direct duidelijk moeten zijn naar de pup.


Gebruik

De labrador retriever is een jachthond. Maar kan ook uitstekend gebruikt worden als hulphond. De labrador retriever is een goede temperament volle hond, die erg behendig is. Met zijn "zwemvliezen" en de zogenaamde otterstaart is het een uitstekende zwemmer. Mede door zijn vacht, kan de labrador goed tegen koud water.




Rottweiler

Rottweiler


Algemene informatie

De rottweiler voert waarschijnlijk bloed van oude Romeinse vechthonden. Zijn naam is ontleend aan het plaatsje Rottweil, in Wurttemberg. De plaats Rottweil was in de 19e eeuw een uitgesproken veehandelscentrum. Om de kuddes te drijven, had men in de tijden van dieven en wolven, een rustige, kalme en sterke hond nodig. Bijna was het hondenras rottweiler uitgestorven, maar het werd gered toen men er achter kwam dat de hond geschikt is om als politiehond af te richten.
Gemiddeld bereikt de rottweiler een leeftijd van 10 tot 11 jaar. Verder is de hond een zelfbewuste en evenwichtige hond. Hij is een uitstekende beschermer van zijn baas en die zijn bezittingen.


Historie

In de middeleeuwen werd de hond ook gebruikt voor de berenjacht, omdat de hond zo sterk was.
Men rekent de rottweiler tot de oudste hondenrassen. In de Romeinse tijd werd deze hond gebruikt door de Romeinen. Deze honden trokken mee met de Romeinen legioenen over de Alpen. Ze beschermden de mensen en dreven het vee van de herders.
Toen op een gegeven moment deze hond samen met de Romeinen in de buurt van het plaatsje Rottweil kwamen. Daar werden deze honden vermengd met de inheemse honden. Deze hond werd door de veehandelaren gefokt op bruikbaarheid en prestatie van het werk. Zo kreeg men een uitstekende trekhond en veedrijver.


rottweiler verzorging
Rottweiler verzorging

Algemeen uiterlijk

De rottweiler is een middelgrote tot grote, stevige krachtige hond. Verder is de hond niet licht van bouw en niet lomp. Aan zijn krachtige gedrongen uiterlijk, kun je zien dat de rottweiler kracht, wendbaarheid en uithoudingsvermogen bezit.
De reu bereikt een schofthoogte van 61 tot 68 cm, en is circa 50 kg. De teef bereikt een schofthoogte van 56 tot 63 cm, en wordt ongeveer 42 kg.
De hond heeft een grote brede neus die altijd zwart is, met grote neusgaten.De lippen zijn zijn zwart en liggen strak aan. De mondhoeken zijn gesloten, het tandvlees is zo donker mogelijk. De kaken zijn krachtig, en de onder en bovenkaak zijn breed. De rottweiler heeft een sterke gebit met 42 tanden. De snijtanden van de bovenkaak sluit scharend over de onderkaak.
Boven op de brede schedel staan driehoekige, middelgroote en hangende oren. De oren staan ver uit elkaar en zijn hoog aangezet. De ogen zijn amandelvormig, middelgroot en donkerbruin van kleur. De oogleden sluiten verder goed aan.
De rottweiler heeft een normale staart, die wordt gedragen in het verlengde van de bovenbelijning. In rust hangt de staart iets langer.


Vacht

De vacht van een rottweiler is kort en stug, en bestaat uit dekhaar en onderwol. De dekhaar is stokhaar, wat middellang en goed aanliggend is. Verder mag het onderwol niet door het dekhaar heenkomen. Aan de achterbenen is de beharing iets langer. Tweemaal per jaar komt de Rottweiler in de rui, dan kan de hond behoorlijk wat haar verliezen. Dagelijks borstelen is in deze periode dan ook aan te raden.
De rottweiler is zwart van kleur, met goed begrensde aftekeningen van een warme, roodbruine kleur aan de wangen, snuit, borst en benen, onderzijde van de hals en boven de ogen. Men noemt deze kleur ook wel zwat met tan. In het verleden heeft kwam deze hond ook in andere kleuren voor. Maar in 1924 werd kleur standaard vastgesteld in black en tan.



rottweiler pups
Rottweiler pups

Pups

De pups van de rottweiler kunnen weg bij de fokker, als ze 8 weken oud zijn. Het is zeer belangrijk dat de socialisatie goed verloopt bij de hond. Dit geldt voor de pups van alle hondenrassen.


Gezondheid

Binnen de Nederlandse en Belgische rottweilerpopulatie is lange tijd heupdysplasie ( HD ), een groot probleem geweest. Op een gegeven moment was het zo raak, dat de helft van de rottweilers in beide landen aan HD lijden. Deze percentage is inmiddels behoorlijk terug gelopen. Dit komt door de strenge fokbeleid van de rasverenigingen.
Heupdysplasie is een afwijking van de heupgewrichten van de achterkant van de hond. De kom van het heupgewricht sluit onvoldoende de kop van het bovenbeen. Waardoor botwoekeringen en ontstekingen ontstaan, wat zeer pijnlijk voor de hond is. Hd is erfelijk, verder spelen de voeding en mate van bewegen ook een rol. Het is dan ook zeer verstandig, om de rottweiler in zijn eerste levensjaar niet te zwaar laten zijn. Verder is het uitkijken met onverwachte bewegingen. Waardoor de gewrichten het zwaar te verduren hebben.
Elleboogdysplasie ( ED ), komt meestal in het eerste jaar voor. Het heeft dezelfde symptomen als HD, alleen zit het probleem dan aan de voorkant. In het slechtste geval lijdt dit tot kreupelheid, echter door middel van een operatie kan men er veel aan doen. Een operatie aan ED geeft vaak een goed resultaat. Om de kans op ED te verkleinen, zijn de maatregelen hetzelfde als bij HD.
Verder kan de rottweiler last krijgen van Entropiom en ectropion. Dit zijn erfelijke aandoeningen aan de oogleden. Wat er bij entropion gebeurt, is dat de oogleden naar binnen krullen, bij ectropin naar buiten. Omdat de oogharen dan op de oogbol komen te liggen, ontstaat er irritatie. De ogen kunnen dan gaan etteren en ontsteken, waardoor er op een gegeven moment ernstige schade kan ontstaan aan het hoornvlies. Door middel van een operatie kan deze aandoening verholpen worden.


Gebruik

De rottweiler wordt voor veel doeleinden gebruikt. De hond is geschikt om als politiehond, waakhond, sporthond, reddingshond en als gezinshond te gebruiken. De hond is het meest in zijn element, als hij met u kan samen werken.
De hond is in principe een vriendelijke, aanhankelijke, gehoorzame en kindvriendelijke hond. Mensen moeten wel consequent zijn, anders is de rottweiler niet geschikt. Wanneer de hond de eerste drie maanden goed en consequent opgevoed wordt, is er niets aan de hand. Maar in principe geldt dit voor iedere hondenras.